Luis F. Benedit
1937 - 2011
Geboren in Buenos Aires (AR).
Het omvangrijke oeuvre van de architect en kunstenaar Luis Fernando Benedit bestaat uit schilderijen, tekeningen, collages, objecten en installaties. Nochtans verwierf de Latijns-Amerikaanse kunstenaar vooral naambekendheid in Europa met zijn biologische sculpturen: plexiglazen dieren- en planten-‘habitats’ uit de jaren zestig en zeventig. Als landschapsschilder raakt Benedit vertrouwd met de natuur, maar in plaats van haar te blijven afbeelden poogt hij door zijn artificiële ingrepen dichter te komen bij haar pre-iconografische toestand en begint hij gedragspatronen bij planten en dieren te analyseren in wederzijdse samenwerking met ethologen.
De eerste ‘habitats’ stelt hij tentoon in 1968 op de solopresentatie Microzoo in de Rubens Gallery en op de groepstentoonstelling Materials: Nuevas Técnicas, Nuevas Expresiones in het Museo Nacional de Bellas Artes, beiden in Buenos Aires. Op de Biënnale van Venetië in 1970 vulde hij het Argentijnse paviljoen met zijn Biotron, een constructie van aluminium en plexiglas waarin zich 4000 bijen bevonden. De insecten hadden toegang tot de nabijgelegen bloementuin én tot een kunstmatig voedingssysteem bestaande uit computergestuurde ‘suikerbloemen’. Een trend van bioart vindt zijn ingang: twee jaar later neemt bijvoorbeeld ook het Belgische collectief Mass Moving deel aan de Biënnale en worden de toeschouwers eveneens amateur onderzoekers bij het bestuderen van de ontpopping van 10.000 vlinders in een reuzegrote artificiële cocon. In 1972 was Benedit de eerste Latijns-Amerikaanse kunstenaar die tentoonstelt in MoMA’s Projects Gallery. Hij toont twee installaties. De ene is een hydrocultuur kas van 70 tomatenplanten en 56 slaplanten voorzien van artificieel licht en een chemische groeiformule; de andere een environment voor witte muizen.
In 1976 organiseert het ICC een solotentoonstelling met werk van Benedit (Antwerpen, 25 september – 31 oktober 1976). Flor Bex onderhield goede contacten met de ondernemer en curator Jorge Glusberg die in Buenos Aires het Centro di Arte Y Communicacion (CAYC) had opgericht en verschillende Latijns-Amerikaanse kunstenaars vinden hun weg naar Antwerpen in groepstentoonstellingen en solopresentaties van Nicolas Garcia Uriburu, Lea Lublin, Jonier Marin, Carlos Ginzburg en Osvaldo Romberg. In de inleidende tekst voor de ICC-catalogus schetst Flor Bex de genese van Benedits ‘habitats’:
“Geboeid door landschap, dier en plant die hij tot dan toe verbeeldt, integreert hij vanaf 1967 levende dieren in zijn werken. In een eerste stadium visualiseert hij de antithese gemechaniseerde natuur – reële natuur o.m. door zelf ontworpen ‘robotdieren’ te confronteren met het levende voorbeeld uit de natuur. De in handel verkrijgbare vogelkooien, terrariums e.a. voldoen de kunstenaar niet, zodat hij in een tweede stadium zelf nieuwe ‘habitaten’ ontwerpt voor kleinere diersoorten, waarbij hij vaststelt dat het gedrag van deze dieren zich zowel individueel als in gemeenschap wijzigt, naargelang het hun opgedrongen woongebied.”
In dezelfde catalogus is een tekst opgenomen van Jorge Glusberg waarin hij wijst op het belang van de cybernetica, de wetenschap die bestudeert hoe informatie wordt vertaald in controle en regulatie binnen een systeem, dat plantaardig, dierlijk of menselijk kan zijn.
Benedit is architect van opleiding en dus als geen ander vertrouwd met het idee dat ons gedrag door muren of systemen gestuurd kan worden. We leven in een artificiële wereld en raken meer en meer verstrikt in onze techno-wetenschappelijke ontwikkelingen. In Laberinto Invisible [onzichtbaar labyrint] uit 1971 is bij uitzondering de mens het object van observatie. Hij legt een onzichtbaar pad aan in een museum dat de bezoeker kan afleggen door te reageren op niet-linguïstische stimuli van licht en geluid. Als je het parcours juist hebt afgelegd kom je uit bij een Axolotl, populair in Argentinië door een kortverhaal van Julio Cortázar waarin een man zolang staart naar het dier dat hij erin verandert.
LB