Atopies (VIII)
1986
Installatie, 396 x 380 x 30 cm.
Materials: mahogany veneer on wood, steel
Collection: Collection M HKA, Antwerp (Inv. no. BK7249 A-G).
Atopies (VIII) vormt een reflectie op kunst en de plaats die kunst in de wereld inneemt. Zoals de titel al doet vermoeden, is Atopies (VIII) onderdeel van Vercruysses serie Atopies, waaraan hij werkte tussen 1985 en 1987. De sobere constructie met de mahonie schoorsteenmantel en zes houten panelen doet de suggestie van een ruimte; deze ruimte is echter gesloten en niet te betreden. De schoorsteenmantel, normaal gesproken een symbool voor warmte en huiselijkheid, een archetypische weergave van een "plaats", kan geen geborgenheid bieden. Het werk roept vooral een gevoel van leegte op. ‘Atopie’ betekent dan ook letterlijk ‘niet-plaats’, waarmee Vercruysse verwijst naar het veelvuldig terugkerende thema in zijn werk over de plaats voor kunst in de wereld. Tegelijkertijd is de titel een woordspeling op ‘utopie’, de wereld van idealen; misschien suggereert Vercruysse dat ook voor de utopie slechts leegte rest.
“Natuurlijk gaat het over kunst en de plaats van kunst. Zeggen dat het een metafoor is om te zeggen dat er geen plaats overblijft, zou te sterk zijn. ‘Overblijft’ is te sterk. Het gaat zeker over verlies, maar dat betekent niet dat je kan zeggen dat er geen plaats ‘overblijft’. Het is geen klaagzang. Verlies komt vóór aanwezigheid.” - Jan Vercruysse, interview met Carolyn Christov-Bakargiev, 1987